Grens Zogezegd is de eetgrens van appels het klokhuis of desnoods het steeltje, terwijl een appel natuurlijk veel grondiger te verorberen valt in een simpele draaideur van noem een hotel, die je terugspoelt naar vertes van appeltaart- bakmeel van tantes en basterdsuiker en zelfrijzend bang zijn voor bijna alles en zo almaar verder terug dan. Nee, wie een appel eet in een draaideur is niet bovengemiddeld gek, verlangt alleen toer na toer de vóórappel te proeven, de slechts aanwijsbare vrucht toen het woord nog niet in de knop, aan de tak, laat staan appel- denkbevelen, associaties als Eva of Newton. Als je figuren als hen na de zoveelste ronde naast je in die draaideur zou kunnen zien staan, volledig losgehapt uit hun gedeelde woordveld. Wilhelm Tell met een sneeuwbal of zo op zijn eigen hoofd. Eva bijtend in Newtons arm. Sneeuwwitje die zeven dwanggedachten van je te slapen legt onder haar oogleden zodat een ongekende rust je overvalt. Dáár ligt de eetgrens van appels. Ruth Lasters 1979 Uit: Tijgerbrood, Uitgeverij Van Oorschot 2023 |