Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing



Contact  

De Smaak
Uit-gebeeld door een parthy
smulle-broers, pan-likkers en
smeer-vogels, waar by in't verschiet
gesien werd, dat eenige doorstoken,
eenige vergeven, en andere op een
vreemder manier om hals geraackt sijn.

Apicius, dien lekker-bek, 
Gaf voor een Visch ses honderd gulden,
't Geld, achten hy niet meer als drek;
Dit kon Octavius niet dulden;
Hy meende, voor so kleinen som,
Was hem die vis ook wellekom.

(1)Dat waren Monsters der Natuer,
So schandigh, als men kan ontmoeten;
Nogh Vleisch, nogh Visch viel haar te duer,
Als hy haar lusten moghten boeten.
Rampzaligh ook is 't eynd geweest,
So wel van 't een als 't ander beest.

Vitellius, die schokke-bast
Die droomde 's nagts niet als van smullen,
Hy wierd een dik-pens van een gast
Door staagh sijn darmen op te vullen,
t Is sekerlijk een dwase saak,
Syn God te maken van de smaak.

De spys, die in den Hemel is,
Valt vry wat beter, dan op Aarde,
Ook vry wat beter als een Visch,
Die haast verteerd, schoon hoogh van waarde;
Want spys, de Zaligen bereid,
Die deurt tot inder eeuwigheid.

(1) Prikken, een soort van Visschen, die van de Romeynen in haar Vyvers met het bloed en vleesch van haar slaven gevoet wierden, welcke slaven om een geringe oorsaak op de kant van de Vyvers, gelijck de beesten geslagt wierden, en haar vleesch aan stukjes gekapt sijnde. daar in geworpen wierd.

Pieter de Neyn. (1643 - ? na 1687)
Uit: De Nederlandse Poëzie van de zeventiende en achttiende eeuw in
duizend en enige gedichten van Gerrit Komrij. Uitgeverij Bert Bakker.