Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing

Culinaire links

Culinaire reizen, kooklessen

Contact  

Reünie

Klap de tafels open op de schragen. Zet de stoelen
in een cirkel op het gras. Stof de glazen af.
Vul de karaffen. Bloei, kerselaar

en appel. Haal de ganzen uit hun graf,
dat ze weer gibberen en knikhalzen onder
de perzikboom. Laat mij weer bang zijn

van hun sissen. Blaas liever over jassen, Dames
Langnek, blaas! Om de jurken in de kasten.
Maak ze wakker. Laat hoed en bril weer

hunkeren naar hoofd of neus. Laat armbanden
en broches weer pronkzuchtig om polsen of op
kragen flonkeren. Rasp de wortels. Hak de uien fijn.

Laat vet de haan weer in de braadslee spartelen,
en de klok uit London, die ik ooit nieuwsgierig
saboteerde, weer vaderlijk galmen, elk uur

tegen de wanden. Knoop uw das. Trek uw
veters dicht. Wring de schenen in smalle laarzen.
Raap je botten samen. Sta op en wandel!

Klop het eiwit stijf en zeef de bloem. Wentel
het deeg op tafel. Zet de voordeur open,
laat het voorjaar binnen. De stroom van asfalt

langs de voortuin zal verdorren tot de kabbelende
landweg van voorheen. Over de keien bibberen
verwanten op strenge fietsen met carburelampen.

Of kom, in gammele wagens als padden.
Roep op elke schroothoop uit verstrooide
onderdelen weer de motor samen. Wat geeft het

als de vering niet je dat is? Of dat hij bij het starten
hoest? Houd de jenever koel. Spuit de slagroom
op de taarten. Haal de spelden uit het haar.

De populieren sidderen en werpen groene labyrinten
op het behang van alle kamers. Laat de middag
schrikken van de bolbliksems van onze dialecten.

Of val gerust in slaap, plompverloren
op een klapstoel op het achtererf.
Wees niet verlegen. Sterven doen we allemaal.

Sla het stof van de broekspijp, trek de rokken recht.
Knoop de gulp maar open, de boorden losser
om de kin. Laat gorgelen de ingewanden.

Kom alles wacht. Alles staat klaar.



Erwin Mortier  1965
Bron: Vergeten licht. Meulenhoff, Amsterdam 2000